Israëls zonen deden wat hun gezegd werd. Jozef gaf hun in opdracht van de farao wagens, en ook proviand voor onderweg. Bovendien gaf hij ieder van hen nieuwe kleren; aan Benjamin gaf hij zelfs vijf stel nieuwe kleren en ook nog driehonderd sjekel zilver. Ook voor zijn vader gaf hij iets mee:

tien ezels beladen met de fijnste Egyptische producten, tien ezelinnen bepakt met graan en brood, en voedsel voor onderweg. Toen zijn broers vertrokken en hij hun uitgeleide deed, verzekerde hij hun dat ze onderweg nergens bang voor hoefden te zijn.

Zo verlieten ze Egypte en kwamen ze weer in Kanaän, bij hun vader Jakob. ‘Jozef leeft nog!’ zeiden ze tegen hem. ‘En hij regeert over heel Egypte!’ Maar Jakob bleef er koud onder, want hij geloofde hen niet. Toen ze hun vader echter alles overbrachten wat Jozef tegen hen had gezegd en toen hij de wagens zag die Jozef meegegeven had om hem te vervoeren, leefde hij op. ‘Zo weet ik genoeg,’ zei Israël, ‘mijn zoon Jozef is nog in leven. Ik wil naar hem toe, ik wil hem zien voordat ik sterf.’

Loading

Lees ook deze Berichten:

Genesis 21:1-13 Isaak en Ismaël 1

Genesis 30:19-32 Jakob bij Laban 5

Genesis 34:1-12 Dina en Sichem 2

Genesis 37:1-11 Jozef verkocht en naar Egypte gebr...

Genesis 6:1-4 Vermenging van goden en mensen

Genesis 38:1-14 Juda en Tamar 1

Genesis 47:28-31 Jakobs levenseinde 1

Genesis 2:1-4 De schepping van hemel en Aarde 3

Genesis 50:22-26 Jozefs dood

Genesis 49:16-33 Jakobs levenseinde 5

Genesis 16:1-16 De geboorte van Ismaël

Genesis 43:15-25 Jozefs broers opnieuw in Egypte 2

Genesis 24:1-14 Een vrouw voor Isaak 1

Genesis 46:16-30 Jakob met al zijn nakomelingen na...

Genesis 44:14-23 Jozefs broers opnieuw in Egypte 5

Genesis 19:15-26 Sodom en Gomorra 5

Genesis 26:23-33 Isaak en Rebekka in Gerar 3

Genesis 21:22-34 Bondgenootschap met Abimelech

Genesis 31:43-54-32:1 Jakob bij Laban 10

Genesis 50:1-14 Jakobs levenseinde 6

Genesis 47:1-14 Jakob met al zijn nakomelingen naa...

Genesis 33:1-11 Jakob oog in oog met Esau 4

Genesis 38:24-30 Juda en Tamar 3

Genesis 3:14-24 De tuin van Eden 4

Genesis 31:17-30 Jakob bij Laban 8

Genesis 10:21-32 Nakomelingen van Noachs zonen 2

Genesis 22:15-19 Abraham op de proef gesteld 2

Genesis 9:18-29 Noach 7

Genesis 40:1-15 De dromen van schenker en bakker 2

Genesis 14:1-13 Lot door Abram bevrijd 1

Genesis 46:1-15 Jakob met al zijn nakomelingen naa...

Genesis 19:27-38 Sodom en Gomorra 6

Genesis 8:15-22 Noach 5

Genesis 26:34-35 Jakob ontneemt Esau de zegen 1

Genesis 4:1-16 Adams zonen 1

Genesis 5:21-32 Van Adam tot Noach 2

Genesis 1:1-19 De schepping van hemel en Aarde 1

Genesis 12:1-9 Abram naar Kanaän

Genesis 48:1-12 Jakobs levenseinde 2

Genesis 5:1-20 Van Adam tot Noach 1

Genesis 24:15-30 Een vrouw voor Isaak 2

Genesis 41:1-16 De droom van de farao 1

Genesis 42:1-17 Jozefs broers in Egypte 1

Genesis 41:34-46 De droom van de farao 3

Genesis 43:26-34 Jozefs broers opnieuw in Egypte 3

Genesis 30:1-18 Jakob bij Laban 4

Genesis 24:31-44 Een vrouw voor Isaak 3

Genesis 11:10-26 Van Sem tot Abram

Genesis 41:47-57 De droom van de farao 4

Genesis 3:1-13 De tuin van Eden 3

Genesis 7:1-16 Noach 2

Genesis 36:1-19 Nakomelingen van Esau 1

Genesis 48:13-22 Jakobs levenseinde 3

Genesis 33:18-20 Dina en Sichem 1

Genesis 45:10-20 Jozefs broers opnieuw in Egypte 8

Genesis 2:15-25 De tuin van Eden 2

Genesis 24:45-57 Een vrouw voor Isaak 4

Genesis 13:2-18 Scheiding tussen Abram en Lot

Genesis 31:1-16 Jakob bij Laban 7

Genesis 29:15-30 Jakob bij Laban 2

Genesis 37:12-25 Jozef verkocht en naar Egypte geb...

Genesis 39:1-8 Jozef en de vrouw van Potifar 1

Genesis 27:20-33 Jakob ontneemt Esau de zegen 3

Genesis 36:20-30 Nakomelingen van Esau 2

Genesis 20:1-7 Abraham en Sara bij Abimelech 1

Genesis 15:1-11 Abrams visioen 1

Genesis 38:15-23 Juda en Tamar 2

Genesis 18:16-22 Sodom en Gomorra 2

Genesis 41:17-33 De droom van de farao 2

Genesis 25:1-11 Abrahams levenseinde

0Shares