Dit zegt God, de HEER:

Dit is de grens waarbinnen jullie het land als erfelijk bezit mogen verdelen onder de twaalf stammen van Israël – Jozef krijgt meer dan één gebied. Jullie zullen het in bezit krijgen, ieder evenveel, het land dat Ik onder ede aan je voorouders beloofd heb. Dit land zal jullie als bezit ten deel vallen.

Dit zijn de grenzen van het land. Aan de noordkant:

van de Grote Zee, over de weg naar Chetlon tot men komt bij Sedad, langs Hamat, Berota en Sibraïm, dat tussen de gebieden van Damascus en Hamat ligt, naar Chaser-Hattichon, aan de grens van Hauran. De grens loopt dus van de zee naar Chasar-Enon, op de grens met Damascus; ten noorden ligt het gebied van Hamat. Dat is de noordgrens.

Aan de oostkant loopt de grens tussen Hauran en Damascus, tussen Gilead en het land Israël, langs de Jordaan tot aan de Oostelijke Zee, en verder tot Tamar. Dat is de oostgrens.

Aan de zuidkant loopt de grens van Tamar tot aan het water bij Meribat-Kades, en dan langs de wadi naar de Grote Zee. Dat is de zuidgrens.

En aan de westkant wordt de grens gevormd door de Grote Zee, vanaf de zuidgrens tot het punt ter hoogte van Lebo-Hamat. Dat is de westkant.

De verdeling van het land.

Dit land moeten jullie onder elkaar, onder de stammen van Israël, verdelen. Verdeel het door loting onder elkaar en onder de vreemdelingen die bij jullie wonen en kinderen verwekt hebben. Die gelden als geboren Israëlieten, en net als jullie zullen ook zij bij de stammen van Israël bezit krijgen. Een vreemdeling moeten jullie zijn bezit geven bij de stam waar hij woont – spreekt God, de HEER.

Loading

Lees ook deze Berichten:

Ezechiël 48:13-22 2

Ezechiël 3:1-17 1

Ezechiël 16:28-40 Jeruzalems ontrouw 3

Ezechiël 5:10-17 2

Ezechiël 29:13-21 Profetie tegen Egypte 2

Ezechiël 36:1-12 1

Ezechiël 28:16-26 2

Ezechiël 41:1-12 1

Ezechiël 48:23-35 3

Ezechiël 1:1-14 Ezechiël geroepen 1

Ezechiël 31:1-11 1

Ezechiël 24:1-14 De kookpot 1

Ezechiël 11:1-13 1

Ezechiël 38:13-23 Gogs leger vernietigd 2

Ezechiël 4:1-10 1

Ezechiël 18:14-22 Wie rechtvaardig handelt, zal le...

Ezechiël 29:1-12 Profetie tegen Egypte 1

Ezechiël 32:25-32 3

Ezechiël 32:1-15 1

Ezechiël 34:11-20 De slechte herders en de goede h...

Ezechiël 17:1-14 De adelaars en de wijnstok 1

Ezechiël 40:40-49 De nieuwe tempel 4

Ezechiël 36:13-25 2

Ezechiël 23:17-30 Ohola en Oholiba 2

Ezechiël 34:21-31 De slechte herders en de goede h...

Ezechiël 27:1-19 1

Ezechiël 3:18-27 2

Ezechiël 37:1-14 Een dal vol beenderen 1

Ezechiël 28:1-15 1

Ezechiël 19:1-14 De leeuwin en de wijnstok

Ezechiël 44:20-31 Toegang tot de tempel 3

Ezechiël 39:1-14 1

Ezechiël 36:26-38 3

Ezechiël 11:14-25 2

Ezechiël 33:12-21 Ieder mens naar zijn daden beoor...

Ezechiël 2:1-10

Ezechiël 46:1-11 1

Ezechiël 40:13-26 De nieuwe tempel 2

Ezechiël 25:1-9 Profetie tegen de volken die Israë...

Ezechiël 15:1-8 Het hout van de wijnstok

Ezechiël 26:12-21 Profetie over Tyrus 2

Ezechiël 45:1-12 Verdeling van de grond 1

Ezechiël 14:12-23 Het lot van Jeruzalem 2

Ezechiël 30:1-14 1

Ezechiël 7:1-13 Het einde komt 1

Ezechiël 24:15-27 Een plotselinge slag 2

Ezechiël 44:11-19 Toegang tot de tempel 2

Ezechiël 18:1-13 Wie rechtvaardig handelt, zal lev...

Ezechiël 42:12-20 De ruimten voor de priesters 2

Ezechiël 20:1-12 Israël opstandig en ontrouw 1

Ezechiël 22:18-31 Oordeel over Jeruzalem 2

Ezechiël 21:17-28 Het goddelijk zwaard 2

Ezechiël 9:1-11 1

Ezechiël 18:23-32 Wie rechtvaardig handelt, zal le...

Ezechiël 33:22-33 Ieder mens naar zijn daden beoor...

Ezechiël 10:1-12 1

Ezechiël 31:12-18 2

Ezechiël 30:15-26 2

Ezechiël 39:15-29 2

Ezechiël 42:1-11 De ruimten voor de priesters 1

Ezechiël 12:11-19 Een teken voor het opstandige vo...

Ezechiël 25:10-17 Profetie tegen de volken die Isr...

Ezechiël 23:31-44 Ohola en Oholiba 3

Ezechiël 12:1-10 Een teken voor het opstandige vol...

Ezechiël 8:1-11 Visioen in de tempel van Jeruzalem...

Ezechiël 47:1-12 De rivier uit de tempel 1

Ezechiël 10:13-22 2

Ezechiël 43:21-27 De verschijning van de HEER keer...

Ezechiël 37:15-28 Eén God, één volk, één herder 2

Ezechiël 21:1-16 Het goddelijk zwaard 1

0Shares