De krijgstrompet weerklinkt, de strijd wordt voorbereid, maar niemand trekt ten strijde:

Mijn toorn verlamt dit rijke land. Buiten regeert het zwaard, binnen heersen pest en honger, wie op het veld is zal sterven door het zwaard, wie in de stad is wordt getroffen door de honger en de pest. Wie toch ontkomen, zijn als duiven uit het dal – verdreven naar de bergen, kermend in hun schuld. Het water loopt hun langs de benen, hun armen worden slap, ze gaan gehuld in het zwart, ze sidderen en beven, hun ogen zijn beschaamd, hun schedels kaalgeschoren. Hun zilver gooien ze op straat, hun goud ligt in het slijk, als de toorn van de HEER hen treft, kan goud noch zilver hen redden. Hun maag blijft leeg, de honger blijft hen kwellen, goud en zilver brachten hen ten val. Ik laat hen gruwen van hun rijke schatten, gruwen van de schatten die hun trots uitmaakten. Ze hebben er afschuwelijke beelden van gemaakt! Barbaren zullen ze ontvreemden, misdadigers ze roven en ontwijden. Ik keer Mijn gelaat af van Mijn volk, en de plaats die Mij het liefst is wordt door rovers platgetreden en ontwijd.

Leg de ketenen klaar! Vol bloed is het land, de stad vol geweld! Wrede volken vallen aan, ze dringen de huizen binnen. Aan de hoogmoed van de machtigen maak Ik een einde, al wat hun heilig is, wordt ontwijd. Doodsangst overvalt hen, vrede is onvindbaar, slag volgt op slag, onheilstijding op onheilstijding. Vergeefs vragen ze profeten om een openbaring, priesters om onderricht, oudsten om raad. De koning gaat in rouw gekleed, de vorst toont zich ontzet, en het volk staat verlamd van schrik. Ze zullen boeten voor hun daden, Ik zal hen straffen zoals ze verdienen. Ze zullen weten dat Ik de HEER ben!’

Loading

Lees ook deze Berichten:

Ezechiël 37:1-14 Een dal vol beenderen 1
Ezechiël 36:1-12 1
Ezechiël 22:1-17 Oordeel over Jeruzalem 1
Ezechiël 32:16-24 2
Ezechiël 2:1-10
Ezechiël 42:12-20 De ruimten voor de priesters 2
Ezechiël 14:1-11 1
Ezechiël 32:1-15 1
Ezechiël 18:14-22 Wie rechtvaardig handelt, zal le...
Ezechiël 45:1-12 Verdeling van de grond 1
Ezechiël 26:1-11 Profetie over Tyrus 1
Ezechiël 4:1-10 1
Ezechiël 3:1-17 1
Ezechiël 25:10-17 Profetie tegen de volken die Isr...
Ezechiël 26:12-21 Profetie over Tyrus 2
Ezechiël 36:26-38 3
Ezechiël 21:1-16 Het goddelijk zwaard 1
Ezechiël 12:20-28 Een teken voor het opstandige vo...
Ezechiël 48:1-12 1
Ezechiël 47:1-12 De rivier uit de tempel 1
Ezechiël 40:40-49 De nieuwe tempel 4
Ezechiël 33:12-21 Ieder mens naar zijn daden beoor...
Ezechiël 20:13-25 Israël opstandig en ontrouw 2
Ezechiël 24:15-27 Een plotselinge slag 2
Ezechiël 34:21-31 De slechte herders en de goede h...
Ezechiël 37:15-28 Eén God, één volk, één herder 2
Ezechiël 13:1-13 1
Ezechiël 44:20-31 Toegang tot de tempel 3
Ezechiël 23:31-44 Ohola en Oholiba 3
Ezechiël 10:1-12 1
Ezechiël 16:14-27 Jeruzalems ontrouw 2
Ezechiël 48:13-22 2
Ezechiël 17:1-14 De adelaars en de wijnstok 1
Ezechiël 30:1-14 1
Ezechiël 18:1-13 Wie rechtvaardig handelt, zal lev...
Ezechiël 48:23-35 3
Ezechiël 46:1-11 1
Ezechiël 17:15-24 De adelaars en de wijnstok 2
Ezechiël 46:12-24 2
Ezechiël 47:13-23 De grenzen van het land 2
Ezechiël 11:1-13 1
Ezechiël 28:1-15 1
Ezechiël 5:1-9 1
Ezechiël 25:1-9 Profetie tegen de volken die Israë...
Ezechiël 30:15-26 2
Ezechiël 23:45-49 Ohola en Oholiba 4
Ezechiël 21:17-28 Het goddelijk zwaard 2
Ezechiël 8:12-18 Visioen in de tempel van Jeruzale...
Ezechiël 6:11-14 Israël getroffen door het zwaard ...
Ezechiël 34:1-10 De slechte herders en de goede he...
Ezechiël 3:18-27 2
Ezechiël 41:13-26 2
Ezechiël 1:1-14 Ezechiël geroepen 1
Ezechiël 31:1-11 1
Ezechiël 23:17-30 Ohola en Oholiba 2
Ezechiël 22:18-31 Oordeel over Jeruzalem 2
Ezechiël 38:1-12 Gogs leger vernietigd 1
Ezechiël 23:1-16 Ohola en Oholiba 1
Ezechiël 21:29-37 Het goddelijk zwaard 3
Ezechiël 20:26-36 Israël opstandig en ontrouw 3
Ezechiël 42:1-11 De ruimten voor de priesters 1
Ezechiël 31:12-18 2
Ezechiël 32:25-32 3
Ezechiël 34:11-20 De slechte herders en de goede h...
Ezechiël 33:22-33 Ieder mens naar zijn daden beoor...
Ezechiël 38:13-23 Gogs leger vernietigd 2
Ezechiël 44:11-19 Toegang tot de tempel 2
Ezechiël 19:1-14 De leeuwin en de wijnstok
Ezechiël 16:41-51 Jeruzalems ontrouw 4
Ezechiël 10:13-22 2
0Shares