De soldaten van de prefect namen Jezus mee naar het pretorium en verzamelden de hele cohort om Hem heen. Ze kleedden Hem uit en deden Hem een scharlakenrode mantel om, ze vlochten een kroon van doorntakken en zetten die op Zijn hoofd. Ze gaven Hem een rietstok in Zijn rechterhand en vielen voor Hem op de knieën. Spottend zeiden ze:

‘Gegroet, koning van de Joden, ‘ en ze spuwden op Hem, pakten Hem de rietstok weer af en sloegen Hem tegen het hoofd. Nadat ze Hem zo hadden bespot, trokken ze Hem de mantel uit, deden Hem Zijn kleren weer aan en leidden Hem weg om Hem te kruisigen.

Bij het verlaten van het pretorium troffen ze een man uit Cyrene die Simon heette, en hem dwongen ze het kruis te dragen. Zo kwamen ze bij de plek die Golgota genoemd wordt, wat ‘schedelplaats’ betekent. Ze gaven Jezus met gal vermengde wijn, maar toen Hij die geproefd had, weigerde Hij ervan te drinken. Nadat ze Hem gekruisigd hadden, verdeelden ze Zijn kleren onder elkaar door erom te dobbelen, en ze bleven daar zitten om Hem te bewaken. Boven Zijn hoofd bevestigden ze de aanklacht, die luidde:

‘Dit is Jezus, de koning van de Joden’. Daarna werden er naast Hem twee misdadigers gekruisigd, de een rechts van Hem, de ander links. De voorbijgangers keken hoofdschuddend toe en dreven de spot met Hem:

‘Jij was toch de man die de tempel kon afbreken en in drie dagen weer opbouwen? Als je de Zoon van God bent, red jezelf dan maar en kom van dat kruis af!’ Ook de hogepriesters, de schriftgeleerden en de oudsten maakten zulke spottende opmerkingen:

‘Anderen heeft Hij gered, maar zichzelf redden kan Hij niet. Hij is toch koning van Israël, laat Hij dan nu van het kruis afkomen, dan zullen we in Hem geloven. Hij heeft zijn vertrouwen in God gesteld, laat die Hem nu dan redden, als Hij Hem tenminste goedgezind is. Hij heeft immers gezegd:

“Ik ben de Zoon van God.”‘ Precies zo beschimpten Hem de misdadigers die samen met Hem gekruisigd waren.

Loading

Lees ook deze Berichten:

Lucas 4:20-30 Optreden van Jezus in Nazaret 2

Marcus 14:22-31 Het pesachmaal 2

Matteüs 12:33-37 Confrontatie met Farizeeën en sch...

Lucas 16:1-13 Rijkdom en gerechtigheid 1

Lucas 22:24-38 Het pesachmaal 3

Marcus 9:14-24 Geloof en ongeloof 1

Marcus 6:7-13 Uitzending van de twaalf leerlingen

Marcus 14:53-62 Jezus verhoord en verloochend 1

Lucas 6:17-23 Onderricht aan de leerlingen 1

Lucas 12:1-12 Onderricht aan de leerlingen en de m...

Marcus 14:12-21 Het pesachmaal 1

Marcus 4:1-17 Gelijkenissen over het koninkrijk va...

Johannes 10:11-21 De goede Herder 2

Lucas 12:22-34 Onderricht aan de leerlingen en de ...

Lucas 11:45-54 Confrontatie met Farizeeën en schri...

Matteüs 11:20-21 Jezus en Johannes 4

Matteüs 12:43-50 Confrontatie met Farizeeën en sch...

Matteüs 10:34-39 Uitzending van de twaalf 5

Matteüs 23:29-39 Wee de schriftgeleerden en de Far...

Marcus 8:22-26 Genezing van een blinde

Matteüs 17:24-27 Onderricht aan Petrus en de leerl...

Johannes 10:22-42 Geloof en ongeloof

Johannes 8:37-47 Jezus getuigt over Zichzelf 3

Johannes 2:23-25-3:1-13 Gesprek met Nikodemus 1

Matteüs 12:38-42 Confrontatie met Farizeeën en sch...

Marcus 4:35-41-5:1-12 Vijf confrontaties: geloof e...

Johannes 12:12-19 Intocht in Jeruzalem

Lucas 21:29-38 De komst van de Mensenzoon 3

Lucas 20:20-26 Jezus in de tempel belaagd 3

Lucas 5:27-39 Jezus bij Levi

Johannes 11:32-44 Lazarus uit de dood opgewekt 3

Matteüs 21:33-44 Onderricht aan hogepriesters, oud...

Lucas 6:1-11 Jezus en de sabbat

Matteüs 23:15-28 Wee de schriftgeleerden en de Far...

Lucas 8:22-29 Naar de overkant van het meer 1

Lucas 9:37-50 Onderricht aan de leerlingen 3

Matteüs 26:69-75 Jezus verhoord en verloochend 2

Lucas 17:11-19 In het grensgebied van Samaria

Marcus 11:1-11 Intocht in Jeruzalem

Matteüs 13:44-52 Gelijkenissen over het koninkrijk...

Lucas 24:36-53 Verschijningen en hemelvaart 3

Johannes 20:1-10 Opstanding 1

Matteüs 9:14-17 Terug naar Kafarnaüm 2

Lucas 16:14-18 Rijkdom en gerechtigheid 2

Lucas 7:1-10 Genezing en dodenopwekking 1

Matteüs 26:17-30 Het pesachmaal 1

Marcus 9:42-50 Onderricht aan de leerlingen 2

Marcus 9:2-13 Een stem uit de hemel

Lucas 20:41-47-21:1-4 Onderricht in de tempel 2

Matteüs 8:23-34 Naar de overkant van het meer

Marcus 13:24-37 De komst van de Mensenzoon 3

Marcus 10:32-45 Op weg naar Jeruzalem 1

Matteüs 15:1-9 Rein en onrein 1

Matteüs 23:1-13 Wee de schriftgeleerden en de Fari...

Marcus 14:43-52 Nachtwake en arrestatie 2

Johannes 13:31-38 Jezus gaat naar de Vader 1

Marcus 16:9-20 Na de opstanding

Lucas 20:9-19 Jezus in de tempel belaagd 2

Lucas 12:13-21 Onderricht aan de leerlingen en de ...

Marcus 8:14-21 Het tweede teken van de broden 2

Johannes 7:37-53 Jezus op het Loofhuttenfeest 4

Matteüs 19:1-12 Leven met het oog op het koninkrij...

Matteüs 11:7-15 Jezus en Johannes 2

Matteüs 27:57-66 Het graf

Matteüs 15:10-20 Rein en onrein 2

Marcus 13:14-23 De komst van de Mensenzoon 2

Matteüs 26:31-35 Het pesachmaal 2

Marcus 3:7-19 Jezus, de menigte en Zijn leerlingen

Matteüs 11:16-19 Jezus en Johannes 3

Marcus 13:1-13 De komst van de Mensenzoon 1

0Shares